Vandaag ben ik moe opgestaan, mijn hoofd nog vol van de indrukken van de afgelopen dagen en weken (nieuwe baan, hè!) en ik heb moeite met opstarten. Ik beloof mezelf een rustige dag, start op met wat huishoudelijke klusjes om mijn hoofd te ontzien en start pas einde van de ochtend met werk. Maar het beste van alles: mezelf na het werken belonen met een uurtje in de tuin. Na een hele winter niks doen, is het heerlijk om mijn handen weer uit de mouwen te steken, uitgebloeide overblijfsels van planten te snoeien, onkruid te verwijderen en mijn moestuin weer klaar te maken voor het nieuwe seizoen. En dan, dan zie ik het ineens: tussen de groene sprieten van de bollen prijken de eerste narcissen. De meeste nog in elkaar gevouwen maar deze moedige jongen waagt het er al op. Het maakt me zo blij: kleur na al dat bruin en grauw. Leven na al dat doodse.
