Als het weerzien met een oude vriend. Zo voelde het opnieuw lezen van dit boek. Ruim tien jaar geleden moet het zijn geweest, dat ik hem las op aanraden van mijn toenmalige lief. Ineens moest ik er weer aan denken en besloot ik het te herlezen. En dat was fijn! Wat een bijzonder boek blijft dit toch. Het speelt in de uitgestrekte graslanden van Mongolië in een kamp van een nomadisch herdersvolk. Daar leeft Perregrin, een jongen die maar niet kan meedoen met de rest. Steeds opnieuw breekt zijn been, ‘knáp!’, waardoor hij een buitenbeentje is en gefrustreerd is over zijn leven. Speciaal voor hem laat zijn vader Bod Pa komen, een sjamaan die hij nog van vroeger kent. Perregrin heeft al zijn hoop op hem gevestigd, maar Bod Pa blijkt een eigenaardig mannetje te zijn: klein als een dwerg, blind, mank, vaak dronken en onberekenbaar. Met constante grapjes, rare liedjes en sterke verhalen lijkt Bod Pa zich niks aan te trekken van Perregrin en zijn probleembeen. Maar toch raakt Perregrin steeds meer aan hem gehecht en komt hij erachter dat Bod Pa alles doet en zegt met een reden.. Het boek van Bod Pa is een tof boek, vol humor en verstopte wijsheid.
