Een eeuwenoude wandelroute lopen, de uitdaging aangaan met jezelf en de elementen. Het is iets wat me fascineert en trekt. Boeken hierover verslind ik dan ook sowieso makkelijk. Dit boek is ook ronduit prachtig.
Wanneer binnen een aantal dagen door een noodlottige samenloop van omstandigheden hun hele wereld instort, nemen Raynor Winn en haar man Moth een impulsief besluit: ze nemen het laatste geld wat ze hebben op en vertrekken voor een maandenlange wandeling over het South West Coast Path. Dakloos en doodziek concentreren ze zich iedere dag op simpelweg de ene voet voor de andere zetten. Ze leven op het weinige geld wat ze nog hebben en wildkamperen iedere nacht op de meest geschikte plek die ze kunnen vinden als de zon ondergaat. Iedere stap op het zoutpad langs de ruige, verweerde zuidkust van Engeland helpt hen om met hun verdriet en angst om te gaan. Om hun verleden achter zich te laten en om troost en zekerheid te vinden in de natuur.
Prachtige, poëtische beschrijvingen van de natuur in al haar subtiliteit en veranderlijkheid worden naadloos verweven met rake zinnen over de innerlijke ontwikkelingen en worstelingen die de wandeltocht met zich meebrengt. Het boek heeft veel diepgang maar is tegelijkertijd luchtig geschreven. Ik heb er van genoten!
