Spullen weggooien doe ik niet snel. Als ik iets wegdoe, kijk ik eerst of ik er iemand in mijn kringen nog blij mee kan maken. Het tweede station is de kringloopwinkel, want er is altijd nog wel iemand die precies daarnaar op zoek is. Als iets kapot is, probeer ik het eerst (zelf) te (laten) repareren. Spullen zijn vind ik nu eenmaal te waardevol om zomaar over de schutting te smijten als je ze niet meer gebruikt. Pas als iets niet te herstellen is, zal ik het over het algemeen weggooien. Op de vuilstort kom ik dus niet vaak. Vandaag is het echter weer eens zover, beladen met een deel van de berg puin die ik onder de aarde in onze tuin tegenkwam. Mijn oog valt op deze keet, opgeleukt met allerlei dingen die op de stort zijn weggegooid. Wat een leuke manier van hergebruiken, recyclen en upcyclen!
