Het is een lange traditie: vlaggen tellen. Het is mijn beste herinnering aan een van goede herinneringen doorspekte Koninginnedag als kind. Met papa en mama en mijn twee broers in de auto naar Opa en Oma. Ik in het midden (want ik was de kleinste), aan beide kanten een broer en dan met het hoofd door het raam of je neus tegen de ruit, je nek alle kanten opdraaiend, kijken hoeveel vlaggen je kunt ontdekken. Soms stond de teller wel op een paar honderd vlaggen. Bij opa en oma een oranjetompoes eten en een rondje over de oranjemarkt. Ook al ben ik al lang geen kind meer en gaan we niet elk jaar meer langs opa en oma, horen de tompoes en het vlaggen tellen er nog steeds bij. En ook op deze rare Koningsdag (eh, Woningsdag, excuus) maak ik van de gelegenheid gebruik om vlaggen te tellen op mijn rondje naar de supermarkt. Toch weer 150 vlaggen geteld! En de tompoes? Die was weer ’s verrukkelijk!