In zo’n drie graden Celsius maak ik, compleet ingepakt, mijn ochtendwandeling. De kou bijt in mijn wangen, mijn adem maakt wolkjes in de lucht. Verwonderd en blij als een kind kijk ik naar de planten in de perken: elk blaadje is bedekt met rijp, alsof het is afgezet met kleine glimmende diamantjes, glinsterend in de ochtendzon. Ineens hou ik weer van de kou en ondanks mijn verkleurde handen en voeten sta ik regelmatig stil om een fotootje te maken.