Pai voelde voor mij als onze laatste échte bestemming. Een beetje met weemoed denk ik aan die tien dagen in ons knusse, eenvoudige huisje, tijd voor onszelf en elkaar, van alles te doen maar ook genoeg tijd en mogelijkheid om te ontspannen. We reden talloze rondjes op de scooter, bezochten watervallen en tempels, wandelden rond in een heuse Canyon (met heuse flinke afgronden waar ook daadwerkelijk mensen in te pletter zijn gevallen), voeren op een bamboevlot door een prachtige en gigantische grot en zagen iedere dag de zon prachtig ondergaan achter de mooie maar wel kale droge bergen. Ik leerde iedere morgen vijf minuten mediteren om met liefde en acceptatie naar mezelf en mijn constant doorrazende geest en gedachten te kijken. Ik las en dacht na over onze ingebakken neiging om onze eigenwaarde en zelfbeeld te laten afhangen van de erkenning en goedkeuring van anderen omdat we onszelf als niet goed genoeg beschouwen. We spraken af met Christina en Roland met wie we bij zonsondergang vrolijke liedjes zongen om de dag en het leven te vieren.
We aten heerlijke lasagne en aardappelgratin op de avondmarkt en ik maakte mijn verzameling hippiekleren compleet. Als kers op de taart vierden we mijn verjaardag. Na een heerlijk rustige morgen vol geknuffel, onze ochtendroutine en -meditatie én pannekoeken met vers fruit als ontbijt, genoten we van de weldadige warmte van de hotsprings, speelden we tafeltennis, aten we een broodje en dronken we een pina colada (gratis voor mijn verjaardag!) in het zwembad, aten we een taartje met Roland en Christina die me een tekening en een zelfgeschreven verjaardagsliedje cadeau gaven (en ons uitnodigden in Zwitserland!), en gingen we als topafsluiting naar een heel romantisch restaurant met mooie live muziek en een heerlijk kaasplankje!!!
Na die heerlijke dag vond ik het maar lastig en jammer om weer weg te gaan uit Pai. Van de busreis naar Chiang Mai werden we loom en slaperig, de overnachting in Chiang Mai en de lange treinreis naar Ayutthaya brachten me uit mijn ritme en Ayutthaya zelf herinnerde ons aan het naderende einde: het was onze laatste stop voor ons definitieve afscheid in Bangkok. Toch wilden we graag deze beroemde plek bezoeken. Ayutthaya was namelijk vanaf 1350 gedurende 400 jaar de hoofdstad van het machtige Siamese Koninkrijk (de voorloper van Thailand). De stad werd in 1767 voor een groot deel verwoest door de Birmesen maar herbergt tot op de dag van vandaag nog vele prachtige tempelruines. Omdat Ayutthaya niet zo groot is, paste dat nog mooi in onze terugreis naar Bangkok. En zo liepen we op donderdagavond 11 januari naar ons hostel. We werden verwelkomd door een groots en druk festival dat gedurende de hele week ’s avonds werd gehouden in de straat naast ons hostel ter ere van het Chinese Nieuwjaar. Met onze backpacks op onze rug liepen we tussen de massa’s mensen door en keken onze ogen uit naar de grote draken (bestuurd door zes man), de dansers en het uitgebreide vuurwerk. We voelden ons vereerd, al wisten we natuurlijk wel dat het niet voor ons was bedoeld.
In het koninklijk brede bed van onze hostelkamer sliepen we als roosjes en lagen we de hele morgen te knuffelen en te praten, ons scherp bewust van de afnemende tijd samen. Pas tegen lunchtijd kwamen we uit de koelte van onze kamer om te gaan eten en het Unesco werelderfgoed te gaan bekijken. Het was bloedheet, 36 graden, strakblauw en windstil, veel te warm om iets te doen. Toch huurden we fietsen met de bedoeling het grootste gedeelte van de ruines te bekijken. We vonden om de hoek de Wat Mahathat, een groot prachtig tempelcomplex dat vooral bekend is om het Boeddhahoofd dat in de wortels van een oude bodhiboom is vastgegroeid. We betaalden de vijftig baht (€1,25) entree, ik sloeg een (véél te warme) omslagdoek om mijn blote schouders en we wandelden rond, keken rond en fotografeerden de mooie beelden die we overal zagen. Talloze resten van mediterende boeddhabeelden, zonder hoofd en soms met gaten. Mooie afgebrokkelde resten van tempels, muren, chedi’s (klokvormige torens met spitse punt waar relieken van een heilige in worden bewaard) en pagodes. Helaas was de zon ongenadig fel en voelden we allebei een hoofdpijn opzetten die ons dwong de schaduw en rust op te zoeken met wat te drinken. We waren het er beiden over eens en fietsten na een flesje water en vers fruit via een andere route terug naar ons hostel. Geen zonnesteken meer voor ons.
Daarna restten ons nog maar twee dingen: met de trein terug naar de hoofdstad en aldaar afscheid nemen. Dus daar zijn we dan, in Bangkok. Sander komt net onder een koude douche vandaan, ik lig op bed nog uit te puffen van ons warme avontuur in het centrum van Bangkok. Ondanks de flyer op de receptiebalie was er ook vanochtend geen kok om ontbijt te maken en moesten we dus weer de drukke Ratchadamnoen Klang Road oversteken en een restaurantje zoeken in de buurt van de overdag zo vieze en zielloze Khao San Road. Die straat is ’s avonds dus een gezellige uitgaansstraat met kraampjes en caféetjes, maar overdag zie je alleen de rommel en smerigheid en kun je geen tien meter lopen zonder aan te worden gesproken. “Where you going today?” betekent een tuctuc- of taxibestuurder, “how are you?” betekent een straatverkoper. En dan vergeet ik natuurlijk nog de vele gladde Thaise kereltjes die je letterlijk achternalopen met een verfomfaaide brochure van maatpakken en mantelpakjes. In deze buurt leer je heel gauw de oprechtheid van mensen te betwijfelen en een arrogante, zelfstandige houding aan te nemen om verkopers af te wijzen. Al weken geleden begon ik op te zien tegen onze laatste drie dagen in Bangkok. De warmte, de drukte, de onhandigheid van het openbaar vervoer hier. Vanochtend besloten we het Grand Palace een herkansing te geven. Tien weken geleden stonden we onjuist gekleed voor niets voor de deur en kwamen we met Saressa te laat aan, het paleis was toen net tien minuten dicht. Drie keer scheepsrecht zegt men wel eens. Ditmaal arriveerden we binnen de openingstijden en in gepaste kleding, en schoven we tussen honderden anderen de poorten door naar binnen. De warmte, de herrie, de benauwdheid en de brutaliteit van opeengepakte toeristen maakten me overprikkeld en midden tussen al dat besloten we dat we het de drukte en herrie niet waard vonden. Ik was dubbel opgelucht toen we de koele stilte van onze hostelkamer betraden.
De uren tikken weg, het vliegtuig naar huis komt steeds dichterbij. Sander heeft zijn reisgids van Nieuw-Zeeland tevoorschijn gehaald en allerlei plannetjes gemaakt en dingetjes onderzocht. Hij heeft er inmiddels helemaal zin in, ook al vindt hij het ook weer heel erg spannend om opnieuw alleen te gaan reizen. Hij gaat me missen en ik hem ook. Toch denk ik dat twee maanden los van elkaar ook heel goed voor ons zal zijn. Niet teveel aan elkaar vastklampen, onszelf weer verder ontwikkelen. En elkaar dan met nog meer liefde en dankbaarheid in de armen sluiten als we elkaar weer zien.
Sander gaat dus gewoon verder reizen!
Wil je hem volgen? Hij schrijft zelf blogs op:
Meer foto’s zien?
Klik dan hierrrr!
Lieve Marijke,
Bedankt voor je mooie reisverslag met foto’s. Ook dit verslag bevat weer de nodige levenslessen.
Fijn om te lezen hoe jullie in deze lastige dagen, je er toch goed doorheen slaan.
Lieve schat, straks een hele goede terugreis, geef Sander maar een stevige knuffel van mij
(zo’n extra knuffel kan er vast nog wel bij) en we zien elkaar weer heel snel.
Big hug Peter
Lieve schone zusje! Bedankt voor je mooie verhaal! Sterkte en succes met je terugreis en het moment dat jij en sander elkaar uitzwaaien om ieder even zijn eigen weg te gaan. Vind het leuk je weer te zien in Nederland straks. Misschien kunnen we dan wel met Jolijn iets ondernemen, lekkere sushii eten ( om sannie even te plagen en mezelf ook;P blegh, vieze sushi! haha), moeten maar even kijken hoe het allemaal loopt. Geef San een grote dikke knuffel van mij, dan krijg jij er straks ook 1 van mij 😉
Tot gauw Marijkiee!!
xxx
Lieve Marijke, bedankt voor al je mooie verhalen! Ik vond het heeerlijk om te lezen en de foto’s zijn ook prachtig. Wat een reis 🙂 Goeie reis terug!
Het gaat er nu echt weer van komen, Marijke!
De laatste dagen, en dan de laatste uurtjes en dan gaan de minuten tikken. Dat zal best wel even spannend zijn. Ik leef met jullie mee. Afscheid nemen is altijd lastig. Ik ben benieuwd hoe jullie zal vergaan.
En dan naar Nederland. Het contrast wat de temperatuur betreft zal ook behoorlijk zijn. Deze week is de temperatuur een beetje winters in Nederland. Het vriest licht hier. Wanneer je dan schrijft over 36°, dan mag je je wel voorbereiden. Misschien is het hier maar 6°. Het wordt truientijd!
Ik verwacht het volgende berichtje live te horen. Daar heb er zin in. We gaan vroeg voor opstaan!
Goede reis voor jullie allebei en een fijn afscheid!