De nieuwjaarsmaand zit er weer op. De goede voornemens zijn bij de meesten alweer gefaald (klik hier voor een interessant artikel daarover), de blue monday heeft zijn gezicht alweer laten zien en hier en daar zijn schaafwonden en een gescheurde enkelband het gevolg van de sneeuw en gladheid (sterkte lieverd!). Ook hier in Azië zijn overal laagterecords gebroken, en zijn er zelfs mensen overleden aan de kou door het ontbreken van centrale verwarming (want waarom zou je die bouwen als de temperatuur doorgaans niet onder de achttien graden zakt?). In Noord-Thailand en meer precies, in Chiang Mai, trokken Sander en ik onze spijkerbroeken, sokken en jassen weer onderuit onze backpacks en sliepen we in thermokleding en truien om niet te rillen van de koude nacht, met een temperatuur van rond de tien graden Celsius. Naast de kou regende het ook nog eens in tropenhoeveelheden en -intensiteit, met als gevolg dat iedereen zijn heil zocht in cafés voor koffie of warme chocolademelk met een goed boek van de “On the Road Books” boekwinkel om de hoek.
Het weer leek zich aan te passen aan mijn lichamelijke toestand, want met dank aan ongesteldheid, moeheid en vermoedelijk een of ander virus werd ik grieperig en had ik ondanks al mijn maatregelen en oplettendheid zo vlak voor het einde van de reis toch nog de diarree te pakken. Helaas hadden we andere plannen met de dag en stapten we ’s morgens vroeg in een busje richting een boerderij voor een volle cursusdag Thais koken. Na een tussenstop op de lokale groenten- en fruitmarkt voor uitleg over typisch Thaise ingrediënten (en een noodbezoek aan de WC), kwamen we aan op de boerderij die uit een enorme overdekte keuken zonder muren en een moestuin bestond.
Een rondje door de tuin leerde ons alles over kruiden als spicy basil, lemongrass en kurkuma. Daarna waren zeven gerechten aan de beurt, die elk met enthousiasme en kennis van zaken werden onderwezen door onze Thaise lerares, Pear. Ondanks dat ik me niet zo lekker voelde, genoot ik er erg van om weer zelf eten te maken en lekker met mijn handen bezig te zijn. De groep mensen waarmee we de cursus volgden, was erg gezellig en we hadden leuke gesprekken met een Australische dame, Margret. Met een Thais kookboekje op zak en een heerlijke ervaring rijker, klommen we aan het eind van de middag weer in het busje terug naar ons hostel. Helaas spuugde ik het weinige lekkere Thaise eten dat ik had gegeten er tijdens de rit weer uit, en dus kroop ik na aankomst rillerig en hongerig ons warme bedje in.
Hoofdpijn, buikkramp, een beetje koorts en moeheid: het ideale recept voor een regenachtige koude dag waarop je toch al graag in bed zou blijven. Zo wisselde ik de hele volgende dag slapen af met lezen en Sander knuffelen, zonder de zes vierkante meter van onze geel-met-oranje kamer te verlaten (behalve voor de WC dan..). Helaas wilde mijn toestand niet zo snel verbeteren en heb ik tot op vandaag een rommelbuik met een veranderlijk ontlastingspatroon.
Elke zoveel tijd gaan Sander en ik er even voor zitten om plannetjes te maken voor de weken die volgen en zo hadden we voor in Chiang Mai allerlei plannen bedacht. We konden cursussen volgen, naar de nightmarket gaan, de sunday walkingstreetmarket bekijken, een fietstour boeken en een rondje langs allerlei tempels maken. Maar zoals dat een inherent onderdeel is van backpacken: al onze plannen veranderden. In plaats van zeven dagen bleven we elf dagen in Chiang Mai. In plaats van de nightmarket en de walkingstreetmarket bezochten we twee keer een open podiumavond in een veganistisch café, en namen we deel aan het allerlaatste deel van de “happyning” van twee oudere vrienden uit ons hostel: Christina en Roland. Door middel van allerlei oefeningen, liederen en dansen, vulden ze de avond vol vrolijkheid en liefde. Een oefening was bijvoorbeeld om een minuut lang onafgebroken te praten over waar je vandaag van hebt genoten, of om een minuut lang luid lachend in onzintaal door elkaar heen te praten. Erg leuk om zo vreugde en levensenergie met elkaar te delen en de dag een gouden randje te geven. In plaats van een fietstour door de stad, reden we twee uurtjes met de scooter door de stad en naar een prachtig uitzichtpunt op een van de omliggende bergen. In plaats van uitgebreid de stad en haar oude tempels te bekijken, brachten we drie middagen door in het lokale (toeristische) stadspark waar talloze mensen creatief bezig waren met jongleren, koortlopen, acrayoga, een bordspel ontwerpen, een minidocumentaire maken (ik werd ervoor geïnterviewd!) en meer van die dingen.
En in plaats van een dag voor mishandelde olifanten zorgen op een opvangcentrum namen we deel aan een driedaagse workshop over “The Art of Dying” waarin het thema ‘de dood’ werd bekeken vanuit allerlei spirituele stromingen en er oefeningen en discussies werden gehouden over de zin van het leven, je talenten en passies en angsten overwinnen met moed. Voor mij was de workshop regelmatig op het randje van veel te zweverig met groepsmeditaties waarbij de groep in een cirkel zat op volgorde van sterrenbeeld met de duimen naar rechts zodat de energie rechtsom zou gaan en dat soort dingen, maar het was goed om eens na te denken en stil te staan bij zo’n belangrijk onderdeel van het leven. Als mens wil je er liever niet bij stilstaan dat onherroepelijk de dood een keer voor je deur staat. De dood is onze grootste vijand. We leven ons leven alsof we onsterfelijk zijn en blijven daardoor soms hangen in tijdsverdrijf zonder verder nut. We durven onze dromen en passies niet te volgen en leven het leven wat anderen of de maatschappij van ons verwacht(en). En we zijn bang voor van alles en nog wat, door onze onderliggende angst voor de dood. Het is goed te bedenken dat je de dood juist als je beste vriend zou kunnen zien: alleen door het feit dat je onherroepelijk een keer doodgaat, is de tijd die je hier op aarde hebt heel waardevol. Als je jezelf steeds herinnert aan je eigen sterfelijkheid (“memento mori!”) motiveer je jezelf steeds om een zinvol leven te leiden, waarin je je dromen naleeft en je talenten en passies gebruikt om deze wereld mooier te maken. Onze tijd in Chiangmai stond in het teken van nadenken over levensvragen, boeken lezen en goede gesprekken voeren. Doordat ik me de helft van de tijd niet zo lekker voelde, werden we verplicht tot rustig aan doen en konden we de tijd nemen om eens lekker tijd te besteden aan onze geestelijke ontwikkeling. Dat was fijn.
En nu is het alweer de eerste dag van februari. Februari is de maand waarin ik drieëntwintig word en februari is de maand waarin ik in het vliegtuig terug naar Nederland stap. Februari voelde al die tijd heel ver weg, en nu ze dan toch is aangebroken, voelt het einde van deze reis ineens heel erg dichtbij. Zo dichtbij zelfs dat we de bestemmingen op een halve hand kunnen tellen. Sinds gisteren zijn we in Pai, een dorp ten noordwesten van Chiang Mai. We hebben onze intrek gedaan in een kleine houten bungalow op palen, met een matras op de grond, een blauwe klamboe daarboven en een hangmat op het balkonnetje. We kijken vanuit ons raam zo uit op de vallei met de herfstige bergen. Op vijf minuutjes rijden ligt het centrum van het dorp, vol gezellige restaurantjes, winkeltjes en caféetjes. Er is een prachtige canyon in de buurt, hotsprings om te ontspannen, tempels op prachtige plekken, grotten waar je met bamboevlotten doorheen kunt varen (!), en een visboerderij waar je zonder grappen op piranha’s kunt vissen. Genoeg te doen, genoeg ideeën en nu zullen we maar weer zien hoeveel er van onze plannen terecht komt. Mijn verjaardag zullen we vieren met Christina en Roland en de dag erna zullen we vertrekken richting het zuiden. Tussendoor stoppen we alleen nog in Ayutthaya, om de prachtige oude ruïnes te bekijken die nog over zijn uit één van de machtigste perioden uit de geschiedenis van Thailand. Daarna gaan we terug naar de plek waar we ons Thailandavontuur zijn begonnen en waar we het ook zullen afsluiten: Bangkok. Afscheid nemen na vier maanden samen, en ons mentaal voorbereiden op twee maanden afzonderlijk.
Ik zie uit naar Nederland. De eenvoud van weer thuis zijn, je eigen eten maken, je eigen was doen, je eigen bed verschonen. Van iedere nacht op dezelfde plek slapen en iedere dag onder dezelfde douche staan. Van rust en regelmaat. Ik zie uit om iedereen weer te zien, om mee te kunnen vieren dat mijn ouders alweer 33 jaar getrouwd zijn en om al mijn lieve familie en vrienden weer te knuffelen en te kunnen liefhebben van dichtbij. Ik zie ook op tegen Nederland. Om twee maanden Sander te missen. Om weer een leven te moeten gaan vormen vanuit een totale leegte. Ik kom terug op het punt van opnieuw beginnen. Psychologie in Leiden is over, ik heb geen contract bij welk bedrijf dan ook meer. Nieuwe ervaringen staan voor de deur, in nieuwe steden en met nieuwe mensen. Dat is spannend, maar het biedt ook kansen en mogelijkheden. Nieuwe kansen om mijn talenten te benutten en te doen waar ik gepassioneerd voor ben. Onze reis zit er bijna op en het is tijd voor een nieuw tijdperk.
Voor nu: alle liefs uit Thailand en tot snel!!!!
Voor meer foto’s, klik hier!
Wat een mooie ervaringen heb je weer opgedaan!
De envelop ligt klaar, de brief/kaart gaat geschreven worden.
Eens kijken of hij er al is als je weer in NL bent 😉
Dikke knufff
Lieve lieve marijkie,
Wat een mooi verhaal weer! Zie er naar uit je weer te zien:)
Mooi verteld over de zingeving van ’t leven! Ik wil dat op die manier ook nog meemaken nu ik m’n minor over zingeving heb afgerond.
Xxxx eline
Hoi Marijke,
Bedankt voor je reisverhaal, het is weer leuk om je blog te lezen en te genieten van je mooie foto’s.
Jammer dat je ongesteld bent geworden, wordt ik weer GEEN opa 😉,
hoe moet dat nu? Lijkt mij wel leuk zo’n kleintje.
De 9e nemen we een borrel op je verjaardag.
Lieverd ook wij zijn stiekem de dagen aan het aftellen,
Heel veel liefs uit Holland,
en een dikke knuffel Peter.