Spring naar inhoud

Mooi Taiwan

Daar zit ik dan, in de hoek van de kamer op ons tweepersoonsbed. De afgelopen zeven nachten hebben we op slaapzalen geleefd, wakker gelegen van snurkende mannen elders in de kamer of van mensen die midden in de nacht opstonden en herrie maakten met krakende plastic zakjes. We hebben piepende stalen hoogslapers gehad met prima matrassen en houten stapelbedden met verduisterende gordijnen en heerlijke matrassen en zélfs een hoogslaper met een IKEA Sultan matras, precies dezelfde die in mijn bedstede in Dordrecht nog twee maanden langer op mij moet wachten.

Op sommige dagen vond ik het heel leuk om op een slaapzaal te slapen, omdat we heel makkelijk in contact raakten met medereizigers, zoals Ricky in Taitung (die op zijn skateboard heel Taiwan afreist: geen treinen of bussen, álles op zijn skateboard) of Peter (Engels uitspreken) in Tainan (die al vijf jaar achter elkaar op reis is, hier en daar helpt met vrijwilligersprojecten en iedere keer lijntjes uitgooit en kijkt waar het leven hem brengt omdat hij niet meer vast wil zitten in een leven van negen tot vijf met een baan die hem niet écht meer plezier geeft). Op andere dagen vervloekte ik mezelf dat ik “cool” wilde reizen door op slaapzalen te slapen en daardoor mezelf van de nachtrust beroofde die ik zo hard nodig heb. Ach ja, het was een mooie poging en voor een aantal nachtjes is het ook prima, maar blijkbaar is het slapen op een slaapzaal niet voor langere tijd een goed idee omdat ik gewoon te langzaam in slaap val en overal wakker van word. So be it. Dus nu hebben we weer heerlijk een tweepersoonskamer geboekt: lekker saampjes in een bed en geen herrie van anderen. Beter!

Megaslaapzaal

 Na de middag zwemmen in de rivier en het rafting-avontuur met de Australiërs in Hualien hebben we nog meer avonturen beleefd. We hebben rondgefietst in Taitung: een twintig kilometer lange fietsroute is daar uitgestippeld door de stad, bestaande uit voor het grootste gedeelte goed onderhouden fietspaden waar je heerlijk rustig kunt rijden. De ene helft van de route is gemaakt op een oud, in onbruik geraakt treinspoor dat vroeger naar een fabriek leidde. De sporen zijn dichtgemaakt met houten planken en op plekken waar meerdere sporen naast elkaar liepen, zijn nu ook meerdere fiets- en wandelpaden naast elkaar gemaakt. En zo reden we in de stralende zon langs de Stille Oceaan, tussen achtertuinen door, langs landbouwvelden, door heuvels en stadsparken. Heerlijk om gewoon oer-Hollands met de fiets overal doorheen te crossen, af en toe bijkomend op een bankje langs de weg. Die avond werden we getrakteerd op een onverwachtse kans om met wat mensen van het hostel naar een hotspring te gaan, op een halfuur rijden in de bergen. Hotsprings zijn echt een fenomeen in Taiwan. Door de geologische ligging van het land, op de grens van twee tektonische platen is de grond hier vulkanisch en zijn er daarom overal plekken te vinden waar het grondwater wordt verhit door de energie van de Aarde zelf. Het water kan temperaturen bereiken tot wel 100 graden Celsius en bevat naar het schijnt allerlei mineralen en grondstoffen die goed zijn voor je huid en je gezondheid. Op allerlei plekken in Taiwan zijn dure resorts en hotels te vinden waar je kunt genieten van zwembaden gevuld met dit opgewarmde grondwater. Wij, echter, kregen dus de kans om voor maar 350 dollar per persoon (omgerekend tien euro) naar een kleine privé-hotspring te gaan met twee handenvol leuke mensen van het hostel. We maakten muziek, dronken milletwine (gemaakt van rijst), kletsen en lachten tot na middernacht, waarna we roezig en gelukkig terugreden naar het hostel en vredig in slaap vielen.

Fietsen op een oude treinrails

Typisch Taiwanees: hotspring

 De dag erna leidde Ricky (de Taiwanese gozer die alles per skateboard bereist) ons rond door Taitung om ons te introduceren met “the most delicious disgusting food of Taiwan”. Taiwan (en China ook trouwens) kent allerlei specialiteiten die door de Taiwanesen zelf heerlijk worden gevonden, maar door toeristen werden verkozen tot de meest ranzige hapjes ter wereld. Het grootste voorbeeld daarvan is “Stinky Tofu”, gefermenteerde tofu die al van tientallen meters afstand (letterlijk!) te ruiken is. De geur schrikt de meeste mensen al af, omdat het naar rotte eieren ruikt en de meeste mensen vinden het dus ook niet te eten. Sander en ik gingen de uitdaging aan en proefden ervan (Ricky was wel zo aardig om ons de fried versie voor te schotelen, die blijkbaar toegankelijker is dan de zachte of gestoomde versies). Niet eens echt vies, hoewel ik het ook niet voor mijn lol zou bestellen. Hetzelfde gold voor “Thousand-year egg”, een ei dat voor enkele weken tot enkele maanden wordt bewaard in een mengsel van houtskool en ongebluste kalk en daardoor een donkergroene tot bruingrijzige kleur heeft gekregen en heel sterk smaakt. Geserveerd met neutraal smakende zachte tofu om de smaak wat lichter te maken. Ik vond het best lekker (nog steeds niet iets wat ik zelf zou bestellen), Sander vond het vreemd, eerder vies dan lekker. En zo slaagden we voor onze eerste echte cultuurtest en konden we in alle vrede per trein verder reizen, het gebergte door, naar de westkust van Taiwan.

Daar, in Tainan (de oude hoofdstad van Taiwan, waar de Nederlanders vanuit de VOC zich in 1622 vestigden en enkele forten nalieten) hadden we voor het eerst een beetje ernstiger last van reismoeheid. Even nul zin om erop uit te gaan in alweer een drukke stad, om alweer actief op zoek te moeten naar geschikt eten voor ontbijt, lunch en diner, om alweer al die indrukken te moeten verwerken. En zo vielen al onze plannen in het niets door de behoefte aan lezen, dagboek schrijven, spelletjes spelen en luieren. Twee korte wandelingen door twee delen van de stad en tweemaal een bezoek aan de nightmarket moesten maar genoeg zijn. Alleen de laatste dag, gisteren, zijn we op pad geweest, met twee gammele fietsen van het Tainan Bike Hostel. We reden veertien kilometer over 80-kilometerwegen langs buitenstedelijke rotzooigebieden en industrieterreinen om de grootste tempel van heel Zuid-Oost Azië te bekijken. Onderweg aten we een groentenoesterloempiabroodje (een betere omschrijving in één woord kan ik niet geven geloof ik) en haalden we gedroogde mango als toetje. We reden terug via even lege maar iets minder troosteloze gebieden en genoten op het zandstrand van de prachtige lucht boven de Stille Oceaan en een surfer die honderd keer opnieuw dezelfde move deed voor zijn GoPro. Toen het kouder begon te worden reden we via het centrum terug naar het hostel, onderweg bij een lopend buffet een heerlijke maaltijd nuttigend (groenten, vis, tofu en rijst voor twee euro per persoon!). Knalverbrand door de felle warme zon, maar met een heerlijke dag achter de rug kropen we in bed waar een snurkende gozer me alweer uit mijn slaap hield (Canto Ostinato was mijn troost).

Tempel

Schrijven op het strand

En nu zijn we in Fenqihu, een bergdorp in het midden van Taiwan. Het is een bergdorp waar de trein maar eens per dag gaat en waar de laatste bus om half drie ’s middags aankomt. Waar maar één straat wat winkeltjes en eetgelegenheden herbergt, die allemaal al vroeg hun deuren sluiten, zeker nu het laagseizoen is en er weinig klanten zijn. Na drie straten lopen konden we zo het bos in waar we een uur a anderhalf konden wandelen zonder iemand te zien. Een boardwalk, deels overgroeit met mos en aan twee kanten subtropische begroeiing: levensgrote varens, planten met hele grote bladeren die men vroeger als parasol gebruikte, hoge dunne bamboebomen en allerlei door elkaar krioelende planten. Het is hier mooi. Vandaag hebben we in het nationale bergpark Alishan gewandeld. Maar Taiwan zit er bijna op. Morgen vertrekken we naar Taichung waar we afscheid nemen van  Sissi en Tony, daarna keren we terug naar Taipei om afscheid te nemen van Ching en het land te verlaten. Met onze gedachten zijn we alweer in Thailand. Daar hebben we nog twee maanden ruim de tijd om eens lekker rond te kijken en daar gaan we waarschijnlijk Saressa ontmoeten, een vriendin die (zo bleek op ons afscheidsfeestje) ook Oud en Nieuw wilde gaan vieren op Ko Phangan, een tropisch eiland in de golf van Thailand. We kijken er naar uit!

Voor meer foto’s, klik hier!

4 antwoorden »

  1. Hoi Marijke en Sander,

    Het was fijn om jullie weer even te zien en jullie stem te horen op skype.
    Bij de tandarts heb ik het er goed vanaf gebracht, ik leef nog, wel een dikke mond van de verdoving,
    maar dat trekt wel weer bij.
    Marijke, het is weer een mooi reisverslag met prachtige foto’s,
    Groetjes uit Holland en een poot van onze huisvriend Finn,

    Dikke knuffel Peter xxx

  2. Lieve Marijke,
    groentenoesterloempiabroodje leuk scrabble woordje ,en leuk verlag
    Het was fijn jullie te spreken op skype!

    love you liesbeth

  3. Hoi Marijke,
    Leuk de nieuwe foto’s die je erop hebt gezet, vooral van het verkleed partijtje,
    Super leuk.
    Groetjes Liesbeth & Peter

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Vul hier je emailadres in om deze blog te volgen en notificaties van nieuwe berichten te ontvangen per mail.

Voeg je bij 44 andere abonnees

Lees meer van mij