In de eerste klas van de middelbare school had ik een klasgenoot met PDD-NOS. Het was een wat zonderlinge, stille jongen die een beetje anders was dan de anderen. Meteen al aan het begin van het jaar gaf hij een spreekbeurt om uit te leggen wat autisme was en om te vertellen hoe hij dan ongeveer in elkaar zat. Die spreekbeurt is nu al meer dan acht jaar geleden, maar er is me één ding van bijgebleven. De jongen vertelde dat hij af en toe wat langer op de WC bleef om even tot rust te komen, het teveel aan indrukken te verwerken en met rust in zijn hoofd weer terug te komen in de klas.
De WC als plek van ontspanning; zo had ik het nog nooit bekeken. Elk huis en ieder gebouw bevat die hele kleine ruimte waar je meerdere keren naartoe gaat voor iets groots of iets kleins. Het toilet is iets noodzakelijks, en ik vind het mooi dat mijn klasgenoot er een beetje meer betekenis aan gaf. Sindsdien denk ik nog regelmatig aan die uitspraak en blijf nog even langer op de pot zitten.
Soms is zelfs naar de WC gaan onderhevig aan haast en onrust. Geen geduld om netjes te wachten tot de grote bruine vriend er uit zichzelf is uitgekomen, of nog even vlugvlug een plas voor je naar de trein moet rennen. Maar mijn klasgenoot leerde mij om juist van de noodzakelijkheid van ontlasting een moment van rust te maken.
Toen ik (heel kort) in een elektronicawinkel werkte waar ik heel de dag moest staan en last van mijn rug kreeg, ging ik extra vaak naar de WC. Daar hoefde ik even niets te doen, daar kon ik even rustig zitten, om even niet naar klanten te hoeven glimlachen en even niet te hoeven nadenken over alle verkoopdetails en productinformatie. En op de middelbare school ging ik soms even naar de WC als ik het geroezemoes of de schelle stem van een docent moe was. Dan zat ik in het hokje met het licht uit en mijn ogen dicht even te genieten van de stilte. En ook nu nog wil ik wel eens een minuut of tien op het toilet blijven zitten, als ik mezelf betrap op het onrustige heen- en weergeren van een dagelijkse dag. Vooral bij mijn ouders thuis werkt dat fijn, waar de WC een knus hokje is met een gezellig vol prikbord op de deur. Dan neem ik een boek mee naar het hokje en lees ik rustig een paar hoofdstukken voor ik doortrek, mijn handen was en verder ga met mijn dag.